Kennismaken met Ds. Marja Flipse, deel 1

Ds. Marja Flipse is 37, opgegroeid in Goes, Zeeland. Ze is afgestudeerd in Leiden in de Godgeleerdheid. Ze is sinds zes jaar gehuwd met Gareth. Ze woont nog in Cardiff, waar ze vicar (voorganger) is van de Church in Wales in Llandaff North Cardiff. Zodra het mogelijk is, komt ze naar Den Haag om haar taken bij de Kloosterkerk op zich te nemen. 

Uitentreuren doen we alles nu #digitaal en #virtueel in deze sombere corona tijden. Anderhalve meter afstand of meer is het adagium bij onze ontmoetingen. Beeldbellen naar Wales, met onze nieuwe predikant ds. Marja Flipse is dan geen punt en maakt vooral nieuwsgierig. In de Nieuwsbrief van volgende week volgt meer. Dan zal Marja ons berichten volgens het format dat u misschien kent uit de Trouw ‘De tien geboden van…’. Deze week een eerste kennismaking. 

We beginnen bij het begin en vragen Marja hoe ze bij de Kloosterkerk terecht is gekomen?

“Bekenden en mijn ouders wezen me op de vrije predikantsplaats binnen de Kloosterkerk. Als een aantal mensen je op zoiets wijst, dan denk ik altijd: Dat is vast geen toeval, volgens mij wordt mij hier iets duidelijk gemaakt. Laat ik daarnaar luisteren.

Ik heb me vervolgens verdiept in de gemeente. De missie, de tien woorden van de Kloosterkerk spreken me aan. Juist ook de paradoxen, die deze woorden in zich dragen. Dan denk ik aan een ‘open kerk’ en ‘je in de open kerk thuis voelen’. Of aan ‘eerbiedig/traditie maar je ook open stellen voor nieuwe geluiden’.

Tijdens het gesprek met het bestuur van de Kloosterkerk sprak ik met een groep leuke mensen, die het duidelijk goed met elkaar hadden. Ik weet uit ervaring dat het er niet overal zo aan toegaat. En uiteindelijk vind ik dat het belangrijkste: Kunnen onze onderlinge relaties een afspiegeling zijn van het Koninkrijk? Ik was blij met mijn eerste, echte indruk in de Kloosterkerk. Dat is overigens geen paradox.”

Het duurde lang voordat alle formaliteiten rond waren en het bestuur van de Kloosterkerk bekend kon maken dat het Marja wilde beroepen. Hoe was die periode voor haar?

“Ik vond het moeilijk. Als je eenmaal besloten hebt dat je weggaat, vertrek je al een beetje. Dan is het dus ingewikkeld om je vol enthousiasme te wijden aan het programma van volgend jaar. Nog moeilijker was het dat ik niet eerlijk kon zijn tegen de mensen van mijn  gemeente. Zo bereidde ik een huwelijk voor met een man en vrouw, net alsof ik dat zelf in juli zou sluiten. Ik had veel last van die oneerlijkheid. Ik ben een openhartig mens.”

Ook voor haar man was het een vreemde tijd. Marja: “Hij is wat ouder dan ik – 54 – en zal in Wales met vervroegd pensioen gaan. In Nederland hoopt hij weer te kunnen werken. Iets met cijfertjes en spreadsheets. Daar is hij erg goed in. Hij moest natuurlijk wennen aan het idee maar inmiddels verheugt hij zich ook en heeft hij zich alvast verdiept in het OV van Nederland en Den Haag. Dat is namelijk één van zijn interesses. Hij heeft zin de stad en het land te gaan verkennen.”

Binnenkort kunnen we nu echt van start met elkaar. We zijn benieuwd welke beelden en verwachtingen Marja heeft bij die eerste fase. Welke ambities heeft ze?

 “Ik vind ambities formuleren in deze kennismakingsfase niet prettig. We zijn geen onderneming of theater. We zijn met elkaar de kerk. Ik zie de komende tijd zo voor me: We leren elkaar kennen. Ik wil vooral luisteren. Eerst kijken, luisteren en meemaken hoe alles in zijn werk gaat in de Kloosterkerk. Daarbij is het besef belangrijk dat we met elkaar de kerk vormen en dat mensen goed en met respect met elkaar omgaan. Ik wil vooral inspireren en verenigen. Als er zaken veranderd moeten worden dan komt dat later.”

Marja wil tussendoor nog wat meer kwijt over het thema paradox. “Het mooie van de 10 woorden van de Kloosterkerk vind ik het paradoxale dat ik er soms in zie. Ik houd van paradoxen. Soms ben ik er zelf ook eentje. Je kunt een eigenschap hebben maar ook helemaal het tegenovergestelde zijn. Je kunt een mening hebben, maar de andere kant is meestal ook heel goed te begrijpen of zelfs verdedigen. Ik houd van de twee kanten, die elkaar aanvullen en die zorgen voor nuance. Paradoxen inspireren me als het ware.

Wat ik ook ontzettend aantrekkelijk vind aan de Kloosterkerk: De aandacht, die jullie hebben voor muziek. Muziek is mijn grootste hobby en ontzettend belangrijk in mijn leven en voor de kerk. Mooie muziek is de ingang naar het geloof. En een belangrijke bron van troost, ook nu, in tijden van corona.” Ze vervolgt: “Dan denk ik nu aan stemmige renaissancemuziek maar ook aan vrolijke muziek van Purcell.”

Ze zingt zelf graag. Ze is sopraan. De blokfluit is haar lievelingsinstrument naast, verslikt u zich niet, de gamba, piano, klavecimbel en klarinet. De mooiste cantate van Bach is volgens Marja ‘Wachet auf, ruft uns die Stimme’. Of misschien toch ‘Actus tragicus’? Bij Bach is kiezen te moeilijk. “Ik houd in ieder geval van cantates met mooie duetten tussen sopraan en bas. Daar kunnen mijn man en ik ons goed in herkennen.”

Verder praten we nog over het jeugdwerk van de Kloosterkerk dat haar speciale aandacht zal krijgen. “Ik vind de jeugd ontzettend belangrijk. Kinderen en jongeren zijn volwaardige Christenen.  Het jeugdwerk is de machinekamer voor de toekomst. Ik wil graag dat jongeren weten dat ze niet ‘bezig gehouden worden’ terwijl wij in de kerk met het echte werk bezig zouden zijn. Ze moeten weten dat ze er toe doen, dat ze volwaardig meetellen. En ook dat ze zichzelf serieus nemen als Christen, dat ze weten wat dat voor hen betekent. Ik geloof dat dat in de Kloosterkerk ook zo is. Ontzettend leuk dat jullie met Godly Play werken bijvoorbeeld, dat is zo’n mooie methode!”

Marja heeft 12 jaar in Wales in de Anglicaanse Kerk gewoond en gewerkt. Niet voor niets kwam zij daar terecht. 

Marja: “In de Anglicaanse Kerk komen het protestantisme en het katholicisme samen in successievelijk het Woord en de liturgie. Anglicanen hebben een goede balans gevonden tussen het Woord en de liturgie. In de Anglicaanse Kerk heeft alles een ritme. De gebeden van de dag, in een wekelijks ritme, in het kerkelijk jaar, met op gezette tijden aandacht voor een bijzondere feest of een heilige. Het mooie aan het ritme is dat je nooit stilstaat. Je wordt als het ware van hoogtepunt naar hoogtepunt meegevoerd.” Met een digitale knipoog oppert Marja dat ze na haar bevestiging eventueel via Skype vanuit de Kloosterkerk het ochtendgebed wil houden voor de gemeenteleden en de stad. 

Een ander verschil met de Anglicaanse Kerk: In de protestantse kerk staat het woord, de preek centraal. Een kernachtige preek heeft tot nu toe haar voorkeur. Gewoonlijk preekt Marja niet langer dan 10 minuten. “Mijn ervaring is dat je de aandacht niet langer vasthoudt dan tien minuten. Die wil ik dan ten volle benutten. Overigens ben ik dol op preken, dus ik verheug me op de aandacht, die daarvoor bestaat in de Kloosterkerk.”

We ronden af. We realiseren ons dat de fase van ‘solliciteren’ al achter ons ligt, maar we stellen deze vraag toch. “Als we je vrienden zouden vragen wat nu echt een kwaliteit van Marja is, wat zouden ze dan zeggen?” 

Het antwoord hierop vindt ze pittig. Want ze is bescheiden. Maar als het komt, vormt het een prachtige afsluiting van deze eerste kennismaking. “Dan zouden ze zeggen: ‘Je kunt goed stil zijn met Marja. Soms voelt het alsof ze een gewijde plaats heeft gecreëerd waar we even in kunnen stappen. En dan is de Eeuwige daar.”

Van uw digitale reporters Gerda Hoekstra-Vermunt en Michel de Vos

(naar deel 2)