Ruben Timman fotografeert al jarenlang over de hele wereld vluchtelingen. Wat begon als een droom, werd uiteindelijk werkelijkheid met de realisatie van het Museum of Humanity in Zaandam

Het ontwikkelingswerk van verpleegkundige Ruben Timman aan de grens van Cambodja, the killing fields, raakte hem diep. Terug in Nederland was hij teleurgesteld over de reacties: niemand raakte door zijn verhalen écht geëngageerd.  

Het moest anders, beeldender. In Vietnam reisde Ruben met de Reunification Express Train voor een fotoreportage voor de Rails, het blad dat vroeger in de NS treinen lag. En daar kreeg hij een droom. “Ik zag een ontmoeting voor me met Kofi Annan, in het ‘museum van de mensheid’. Het was er donker, gebroken glas, puin – zijn visie op de staat van de wereld op dit moment.  Er zaten zoveel details in die droom. Ik moest er iets mee doen.” 

Wat bedoelt Ruben met duisternis? “Er gebeuren dingen in onze levens die onze waardigheid aantasten; iemand gaat dood als je klein bent, negatieve boodschappen schieten wortel. Wat ik wil doen, is al dat stof bij mensen wegvegen. Daarvoor ben ik duistere plekken gaan bezoeken: ziekenhuizen, gevangenissen. Ik ging onlangs naar Ter Apel en reis komende week naar Zuid-Soedan. Ik wil die ontreddering etaleren door mensen waardig te laten zien.”  

Als ik iemand portretteer in de vluchtelingenchaos van Calais zie je een loser, een gelukzoeker. Maar als je het decor weghaalt en portretteert voor een zwart doek, zie je een mens. Een waardig mens.

Op de kunstacademie leerde Ruben onze kerkgenoot Gerhard van Roon kennen. Zij delen een fascinatie voor het écht kijken en zien van mensen. “Neem de Jungle, de vluchtelingenchaos van Calais waar mensen wachten op hun oversteek naar Groot-Brittannië. Als ik daar iemand portretteer, in die chaos, in dat decor, dan zie je een loser, een gelukzoeker. Maar als je het decor weghaalt en portretteert voor een zwart doek, zie je een mens. Een waardig mens”. 

Hoe werkt dat, met zo’n fotoportret? “Het decor weghalen is een begin. Wat ik doe is in een tent, met aan één kant een opening. Dan zitten we tegenover elkaar, dan kijk ik iemand aan en ontstaat er verbinding. Dan probeer ik de binnenkant naar boven te brengen. Mensen zijn mooi, fascinerend. In mijn eigen geloof: we zijn geschapen door God in zijn beeld. Je hebt zo’n oefening om elkaar een minuut aan te kijken zonder iets te zeggen. Dat is zo krachtig. Iemand ontdekt plotseling: ik word gezien. Dat kan zonder taal, zonder woorden.” 

De portrettententoonstelling kwam er. De eerste veertien jaar werkte hij er alleen aan verder. “Dat was aanvankelijk prima, maar in 2015 mocht het uit de cocon. Ik kan mooie foto’s maken, maar om hier meer van te maken, heb ik hulp nodig. In een fotoboek heb ik mensen uitgenodigd mee te denken. Ik gaf twee opties: opbergen of uitdelen? Het werd uitdelen”.  

Het Museum of Humanity in Zaandam heeft na eenentwintig jaar honderd vrijwilligers en is een stichting met een verhalenverteller. Ze trekken langs Nederlandse scholen met een team, ontvangen werkbezoeken en bereiken zo elk jaar duizenden Nederlanders.  Inmiddels staat de teller op 8000 portretten, zorgvuldig gemaakt, wereldwijd.  

Zaal in het Museum of Humanity in Zaandam


Welk portret staat Ruben bij? ‘Melek, een meisje dat was gevlucht voor IS uit Karakosz. Ze heeft én albinisme, én ze ze ziet slecht zonder een speciale bril. Die heb ik gebracht en een nieuwe foto mét bril van haar gemaakt’.   

Soms volgt hij mensen, bijvoorbeeld in de transitie van man naar vrouw, of een kind dat een paar jaar later opnieuw wordt geportretteerd. “Als ik in een vluchtelingenkamp kom, word ik in eerste instantie misschien gezien als witte indringer; ik kom iets halen. Maar ik wil niets afnemen maar een uitwisseling creëren. Ik heb daarom overal ter wereld een printer met een accuutje bij me en geef mensen daarna hun portret. Wij gaan even naar de HEMA voor afdrukken – voor hen is zo’n foto een cadeau. Ik was op zoek naar de Jezidis in Irak. In een hoek van een vluchtelingenkamp vond ik er duizend. Een vrouw met een kindje wilde wel. En toen ik me omdraaide stond er een rij die ik niet af kon maken.” 

Ruben: “Mensen zien mij ook. Vijf jaar geleden ontdekte ik dat ik in iedereen schoonheid en waardigheid zag, maar ikzelf het in het leven verloren was. Ik ben drie jaar depressief geweest. Een zware periode, maar ook die had ik niet willen missen. Zo heeft het project een diepere laag gekregen.” 

Wat is de toekomst? Ruben: “Ik ben een dromer – mijn leven wordt sowieso te kort. En de kracht zit niet in het aantal, maar in het vérder reiken. Kijk, het beeld van mijn droom wordt helaas steeds reëler. Dat is ontmoedigend: Corona, het milieu, Oekraïne. Ik mis bruggenbouwers als Kofi Annan die mensen bij elkaar bracht – zoveel kracht en charisma. Ik zou in 2025 bij de Verenigde Naties in New York willen exposeren om deze portretten te laten zien”.  

Dat moet toch mogelijk zijn, met zo’n prachtig Nederlands exportproduct. Wie helpt Ruben die droom waar te maken?  

Ik word eigenlijk altijd geraakt als mensen opstaan tegen groot of klein onrecht. Mensen die op een bijzondere manier omgaan met wat hen of anderen terneer doet slaan. 

Heeft deze dromer nog inspiratie in het dagelijks leven? “Door kwetsbaar te zijn laat je meer van jezelf zien. Ik word eigenlijk altijd geraakt als mensen opstaan tegen groot of klein onrecht. Mensen die op een bijzondere manier omgaan met wat hen of anderen terneer doet slaan.  Mijn oproep: relax en maak eens wat vaker gewoon een praatje met een onbekende. Kijk de ander eens aan. En zíe elkaar.” 

Tekst Mendeltje van Keulen Foto´s Ruben Timman