Stilte hoort van oudsher bij een klooster. Sommige ordes hadden een totale zwijgplicht of afspraak. Anderen spraken bijvoorbeeld tijdens de maaltijd. Stilte is nagenoeg geheel verdwenen in onze samenleving, in onze kerken. Als er al een moment van stilte is, bv. bij de voorbeden, is dat vaak niet langer dan een krappe minuut. Misschien zijn we wel ongemakkelijk geworden met de stilte.

Stilte is er veel in andere spirituele bijeenkomsten en groepen. Stilte wordt gebruikt als middel tot inkeer, herbronning, voeding, heling. Het wordt als weldadig ervaren, het hoofd kan tot rust komen en daarmee het lichaam, of andersom. Er komt een bewustzijn van zijn, met alles wat dat inhoudt op dàt moment. En uit verschillende meditatie tradities weten we dat alles komt en ook weer gaat, annicia, het fenomeen van gewaarwordingen die constant veranderen.

De Kloosterkerk wil een gelegenheid bieden om te verstillen. Op de plek waar vanaf 1405 Dominicaner monniken vijf keer per dag baden, een enkel lied zongen en stil waren, wordt er gezeten. Voorlopig ’s ochtends, in afwachting van de behoefte en wensen. Het liefst zaten we van 07.00-08.00, of nog vroeger. In de stille ochtend is de sluier dun tussen de ene wereld en de andere, de goddelijke en de wereldse wereld. Zoals in de vroege metten of lauden, waarin je je hart kan openen voor wat er is en komt. Maar dat is voor de meesten een beetje vroeg.

We zitten dus van 8.30-9.30 uiterlijk, op dinsdags. Nadat de kinderen naar school zijn gebracht, de hond is uitgelaten, je eerste kopje thee of vrucht, en vóór het lawaai en de druk.

“ik kan niet komen, ik heb het te druk met mijn werk”, horen we. Kom! Juist dan! Sta iets eerder op, doe alvast het nodige en kom dan jezelf voeden. “Ik vind het te vroeg”, is ook een reactie. Schiet een trui en een broek aan, desnoods over je pyjama. Meer dan welkom, jij en die stilte.

Janine Mutsaers

lid van de Kloosterkerk