Vorig jaar mei liep Hijme Stoffels in een kleine twee weken de Camino Portugués van Porto in Portugal naar het bekende pelgrimsoord Santiago de Compostela in Noordwest Spanje, een tocht van 260 kilometer. Al meer dan 1.000 jaar trekken pelgrims naar deze stad, waar zich het graf van de apostel Jacobus zou bevinden. In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was de belangstelling echter tot een minimum gedaald. Verrassend genoeg is de pelgrimstocht de afgelopen decennia om diverse redenen weer ongekend populair geworden. Vorig jaar kwamen er maar liefst 438.000 pelgrims langs verschillende wegen in Santiago aan. Hijme Stoffels was een van hen. Hij hield een dagboekje bij, waaruit hier enkele fragmenten volgen. 

“Donderdag 5 mei – Van Porto naar Vila do Conde 

Na een wat mindere nacht en een abrupt onderbroken ontbijt – de taxi kwam een uur te vroeg – op pad gegaan. De taxi reed door ondefinieerbare buurten en zette mij rond 9:00 uur af in Matosinhos, een voorstad van Porto, vanwaar het nog ongeveer een kilometer lopen was naar het strand. De tocht was prachtig: een kilometerslang vlonderpad langs de kust van de Atlantische Oceaan en dwars door de duinen. Ik passeerde een groep verstandelijk gehandicapten, die op een muurtje zaten. Een van hen wreef zachtjes en aanhoudend over de rug van een begeleidster. Een ontroerend gebaar.  

Het was best warm vandaag. Jas en vest heb ik niet nodig. Veel reacties op Facebook: hartverwarmend. Ik probeer elke dag Die Losungen te lezen. Voor vandaag was dat Jesaja 42:6: ‘In gerechtigheid heb ik, de Heer, jou geroepen, ik zal je bij de hand nemen en je behoeden.’  

Maandag 9 mei – Naar Rubiães 

Ze zeggen dat de Camino drie fasen kent: een fysieke fase, een mentale fase en een spirituele fase. Deze week staat het lichaam centraal. Hoe staat het daarmee? Over die vraag heb ik vandaag goed kunnen nadenken. Hoewel er ‘kleine’ ontmoetingen waren bij de halteplaatsen en het avondrestaurant, heb ik het hele traject alleen gelopen. Wel een mooie etappe met veel schaduw (gelukkig), maar ook met een forse klim en idem dito afdaling. 

Het lichaam dus. Algehele indruk: eigenlijk best goed. Het heeft toch al het een en ander succesvol doorstaan. Tot nu toe gaat het fysiek gezien prima. Het lichaam krijgt van mij een dikke acht. 

Vrijdag 13 mei – Naar Arcade 

Vandaag ben ik mezelf tegengekomen. Goede gelegenheid om eens te vragen hoe het er mee ging. De camino is niet alleen een fysieke uitdaging, maar ook een mentale. Tijdens het lopen spelen allerlei gemoedstoestanden door het hoofd, variërend van lichte euforie – zeker vroeg in de ochtend in een nog fris en schaduwrijk bos – tot lichte wanhoop als je bij aankomst in een mogelijke halteplaats nog acht kilometer door mag lopen naar je hotel. Om de een of andere onduidelijke reden gaat de camino ‘s middags vaak door zinderende vlakten, liefst ook nog langs drukke N-wegen. Een steile klim op het heetst van de dag stelt ook zo z’n eisen. Als je dit alles echter als de beproevingen ziet waarvoor elke pelgrim zich gesteld ziet en je je ondanks alles toch heel dankbaar voelt dat je dit kan en mag doen, is de zielenrust gauw weergekeerd. Zeker als de hotelkamer bij aankomst van diverse gemakken voorzien blijkt te zijn, zoals een bad en een balkon. Nu nog even op zoek naar de spa, het zwembad en de massagemevrouw. 

Zaterdag 14 mei – Naar Pontevedra 

Het zal het fascinerende boek Pelgrim zonder god van socioloog Herman Vuijsje geweest zijn, dat mij voor het eerst op het spoor van de camino zette. De atheïst Vuijsje liep in 1989 van het middeleeuwse, vrome Santiago naar het postmoderne, seculiere Amsterdam. Dat vond hij een logischer richting dan andersom. Geen haar op mijn hoofd overigens, die er toen aan dacht deze tocht in welke richting dan ook zelf te maken. Vele jaren later zag ik de film The Way met Martin Sheen, die de vader speelt van een zoon, die bij de camino verongelukt is. Hij besluit om de as van zijn zoon naar Santiago te brengen. Inmiddels had het wandelvirus mij aangestoken en begon ik over meerdaagse wandelingen na te denken. Ik las wandelverhalen en bekeek wandeldocumentaires. Maar de camino was mentaal nog heel ver weg. Toen kwam in 2019 de driedaagse Pinksterpelgrimsreis van de Doopsgezinde Vermaning in Haarlem via o.a. de Hooglandse Kerk in Leiden naar de Kloosterkerk in Den Haag. Mijn voeten waren bij aankomst kapot, maar de ervaring was onvergetelijk. Bovendien had ik in een Wassenaars bos een metalen Jacobsschelp gevonden. Als dat geen teken was! 

Zondag 15 mei – Naar Caldas de Reis 

Waarom loop ik de camino? Die vraag heb ik mijzelf de afgelopen dagen vaak gesteld, maar het is nog niet zo gemakkelijk om daar een pasklaar antwoord op te geven. Als je lid wordt van het Genootschap van St. Jacob (de Nederlandse club van caminogangers), vraagt men je of je de camino om religieuze, spirituele, culturele of sportieve redenen wilt gaan lopen. Ja, van alles wat, denk ik, en ik zou daar zelf ook nog sociale, landschappelijke en historische redenen aan toe kunnen voegen. Toch bevredigt het mij niet om het zo te categoriseren. Laat ik het een tikje anders aanvliegen. 

Ik loop de camino allereerst omdat ik van wandelen houd en daarbij langzamerhand naar meerdaagse wandelingen ben toegegroeid. Ik wil mijzelf op de proef stellen door iets uitdagends te doen, iets wat zwaar is, maar wel binnen mijn mogelijkheden ligt. De afwisseling onderweg van genieten en afzien en dan toch weer heelhuids het onderkomen voor de nacht bereiken, bevalt mij zeer. Al word ik af en toe flink met mezelf en mijn beperkingen geconfronteerd, ik loop de camino niet om een zingevingscrisis of een burn-out te overwinnen. 

De kleine en grote ontmoetingen onderweg met andere pelgrims doen me goed. Soms raakt dat aan het spirituele, zoals bij mijn gesprekken met Anne tijdens de eerste wandeldagen. De vriendelijke groet van de locals (Hola! Bom dia! Buen camino!) is hartverwarmend. Het leven met al zijn gedoe en beslommeringen versimpelt tot een reeks stappen die ik in de richting van een – voorlopig nog – abstracte bestemming zet. Ik ben dichtbij en tegelijk nog ver weg. 

Religieus: ik sla geen kerk of kapel over en steek zo mogelijk een (elektronisch) kaarsje aan. Toch is dit voor mij niet de belangrijkste reden om de camino te lopen. Ik sta open voor religieuze en/of spirituele ervaringen, maar als ze uitblijven is het ook goed. 

Het gegeven dat ik een weg ga die vele pelgrims al honderden jaren gegaan zijn, dat doet me wel wat. Dat ik me in die stroom mag voegen. 

Laat ik het er vooralsnog maar op houden, dat ik de roep van de camino gehoord heb en deze niet kon weerstaan. 

Woensdag 18 mei – Na aankomst in Santiago 

Ik ben vandaag tot de conclusie gekomen dat voor mij de camino zèlf de religieuze ervaring is waar het bij pelgrimage om gaat. Al die duizenden voetstappen, de beproevingen, de geluksmomenten, het op weg gaan en het aankomen, de bijzondere ontmoetingen, de goede geesten, die mij de weg wijzen op het moment dat ik een verkeerde afslag neem, de open kerken en kapellen langs de weg, het besef dat vele duizenden mij zijn voorgegaan en nog zullen volgen, de steeds wisselende landschappen, de zon, de regen, de wind, de kou, de hitte, de bloemengeuren die ik opsnuif, de inkeer en de verstilling, de eenzaamheid ook, de ontvankelijkheid voor wie en wat er op mijn pad komt, de dankbaarheid, dat alles tezamen vormt de transcenderende ervaring, die de camino is.  

Donderdag 19 mei – Op de luchthaven van Santiago 

Misschien is het nog wat vroeg om het nu al over ‘lessen van de camino’ te hebben, maar ik doe toch alvast een poging, vanaf de luchthaven van Santiago. 

  1. De camino is geen wedstrijd, je loopt in je eigen tempo en legt de afstand af, die jij aan kan. 
  1. De camino is vooral een strijd met je zelf, waarbij je ontdekt, dat je over meer veerkracht beschikt dan je denkt. 
  1. Sta open voor eenieder die met goede bedoelingen op je pad komt. 
  1. Benut de eerste de beste gelegenheid om te pauzeren, te eten, te drinken, te plassen etc. Het kan lang duren voordat zich weer een mogelijkheid voordoet. 
  1. Heb een doel (per dag, per camino), maar wees verder vooral in het moment en geniet (of zie af). Wie te ver vooruitkijkt, struikelt over de eerste de beste steen. 
  1. Ga niet fanatiek op zoek naar religieuze of spirituele ervaringen; ze dienen zich vanzelf aan. Of niet, ook niet erg. 
  1. Neem de dingen zoals ze komen. Laat los. Oordeel niet. 
  1. Controle is goed, vertrouwen is beter (zeer vrij naar V.I. Lenin). 
  1. Wees nieuwsgierig. 
  1. Ga je weg in vreugde. 

De camino is verslavend, zeggen ze. We zullen zien.” 

Tekst en foto’s – Hijme Stoffels