Klooster interviewt Jasmijn van Poortvliet, 17 jaar;

“Ik vind het soms wel moeilijk de juiste woorden te vinden”, waarschuwde Jasmijn mij toen ik haar op zondag 17 oktober in de ministeriekamer van de Kloosterkerk trachtte te interviewen. Het lag niet aan haar flux de bouche dat het gesprek soms wat haperde, maar eerder aan de wel heel enthousiaste manier waarop de koffieschenkers met het servies de ministeriekamer in en uitliepen om mensen buiten van een kopje koffie te voorzien.

Naar Japan

Jasmijn is in Deventer geboren, waar haar familie actief betrokken was bij de kerk. Toen ze vijf was, verhuisden Jasmijn, haar oudere zus en haar ouders naar Japan. “Dat is zo`n shift. Maar als je er eenmaal gewend bent, wil je echt niet meer terug. Het is super georganiseerd, heel schoon. En de treinen, die rijden stipt op tijd.”

De familie raakte in Japan actief betrokken bij een kerk mede om zich te kunnen aansluiten bij een gemeenschap.

Mind blowing
Met de buren, Japanners had de familie van Poortvliet een goed contact. “Dat waren zulke lieve mensen”, herinnert Jasmijn zich. Ze vertelt dat haar moeder eens bij de Japanse keizer op bezoek was geweest en van hem een doos koekjes met het stempel van de keizer erop had gekregen. “Voor Japanners was dat echt mind blowing”, betoogt Jasmijn enthousiast. “Wij proefden van de koekjes en vonden ze bijzonder van smaak. Omdat mijn moeder een grote doos had  gekregen, besloten we de koekjes met de buren te delen. Die hebben ons vier jaar lang elke dag bedankt en ons overladen met cadeautjes. En wij op onze beurt hebben de buren eens tulpen uit Nederland, die in Japan echt onbetaalbaar zijn, gegeven.”

Bij de Kloosterkerk
Terug in Nederland vestigde de familie zich in Den Haag. “Toen hebben we verschillende kerken bezocht, waaronder een internationale kerk. Mijn zus en ik waren in Japan gewend geraakt Engels te spreken omdat we op een internationale school hadden gezeten. Die internationale kerk was heel uitbundig en uitgesproken. We herkenden onszelf daar niet in. Via onze buren uit Den Haag zijn we tenslotte bij de Kloosterkerk terecht gekomen.”

Kritisch ten aanzien van geloof
Over haar geloofsbeleving vertelt Jasmijn: “Toen ik klein was, nam ik de dingen zoals ze mij door mijn ouders gezegd werden, aan. Vanaf de tijd dat ik naar de Jeugdkapel ging, werd ik kritischer ten aanzien van het geloof. Is dit allemaal wel echt gebeurd, vroeg ik mij af. Ik vond het heel fijn dat er bij de Kloosterkerk ruimte was voor die twijfel.”

“Moet je de bijbel dan letterlijk geloven?”, vraag ik Jasmijn.

“Nee, er is niemand die zegt, dat dat moet. Er is wel ruimte voor interpretatie. Ik vind de bijbel heel mooi vanwege de verhalen, om er steun uit te halen.

Gehoord worden
Anders ligt dat wat betreft Jasmijn of God er is. Ze verduidelijkt: “ik heb zelf niet het gevoel, dat als ik bid, ik gehoord word, dat er een God is die met ons meekijkt of die de aarde heeft geschapen. Het echte gevoel dat er iemand is die over ons waakt, dat is niet helemaal voor mij.”

Na even nadenken: “Als ik ergens in wil geloven, dan moet er bewijs voor zijn. Ik heb wel eens bijzondere momenten, dat ik denk `Dat is toevallig`, maar ik associeer dat eigenlijk nooit met God, dat hij dat zo bedacht heeft.”

Rituelen
Sprekend over de afgelopen dienst en het avondmaal dat daar deel van uitmaakte, vertelt Jasmijn: “Ik zat alleen in de kerkbank. Voor mij en achter mij waren banken leeg. Ik vroeg me af wat er nu zou gebeuren, of ik naar voren geroepen zou worden. Toen ik begreep dat dat niet het geval was, begon ik mij te ontspannen en gaf het avondmaal een gevoel van herkenning. Het voelde vertrouwd. Ik vroeg mij wel af wat moet ik nou zeggen als ik de wijn en het brood krijg.”

Minder heeft Jasmijn met de doop. “Ik ga ervan uit dat God niet bestaat. Wat is het nut dan van de doop? Zoals ik er nu in sta, laat ik mijn kinderen niet dopen.”

En wat betreft het huwelijk vindt Jasmijn vooral het esthetisch aspect van een huwelijk in de kerk aantrekkelijk. “Maar ik ben ervan overtuigd dat dat geen garantie voor geluk geeft. Dat ligt aan de twee mensen die samen het verbond aangaan.”

Begrafenis
“Ik had een tijdje geleden een begrafenis van mijn tante in een kerk. Ik weet dat zij dat zo had gewild. Dat gaf me wel troost. Haar geloof betekende veel voor mij. Er waren ook mensen van Islamitische afkomst. Het samenkomen in zo`n kerk en een predikant erbij, dat doet wel veel voor mij.”

Kerst
Wetend dat de Klooster midden in de adventstijd uitkomt, vraag ik Jasmijn naar haar beleving van Kerst.

“Ik houd heel erg van Kerst en het vieren ervan in de kerk. Als ik in een concertzaal zit en er wordt een langzaam nummer gespeeld, dan kun je op je telefoon je lampje aandoen, als iedereen dat doet en het is helemaal donker, dan heb je duizenden lichtjes, dat geeft wel een gevoel van verbondenheid. Zo`n gevoel heb ik ook bij Kerst als iedereen met zijn kaarsje aan in de bank zit. Ik denk dan niet meteen aan God, maar ervaar wel een gevoel van geluk.”

Tekst – Marijke Osinga