Deze dienst is ook via YouTube te bekijken en HIER (na) te beluisteren via Kerkomroep.nl

 

ZONDAG 27 NOVEMBER 2022
-1e Advent – ‘Ad te levavi’ – ‘Tot u verhef ik mijn ziel’ (Psalm 25,1)
Voorganger: ds. Rienk Lanooy
Ouderling: George Melse
Organist: Geerten van de Wetering
m.m.v.
Residentie Kamerkoor
Residentie Bachorkest
Caroline Stam, sopraan
Georgia Burashko, alt
Bernard Loonen, tenor
Pieter Hendriks, bas
Dirigent: Jos Vermunt

In deze dienst zal klinken de cantate ‘Schwingt freudig euch empor’ BWV 36 van J.S.Bach

Bij de dienst:
Vandaag begint, met de eerste zondag van Advent, een nieuw kerkelijk jaar. Dat gaat liturgisch
niet gepaard met goede voornemens, ambitieuze plannen, verstrekkende acties, maar met
wachten, geduld, de lichte stilte van een enkele adventskaars. Ingetogen betekent trouwens niet
tobberig en troosteloos, vertellen ons, ieder met een eigen stem, het evangelie en de muziek. Er is
blijdschap over wat komen gaat: de naderende komst van de mens naar Gods hart.

Bij de kinderdienst:
In de adventsweken gaan wij op reis naar Kerst met de ster als ons kompas Deze weken gaat het
ook over vluchtelingen die in het donker hun weg proberen te vinden. Waar moeten zij heen,
waar moeten zij zijn voor een huis, een thuis, een deken, een dak, eten, vrede? In de Bijbel wijst
de ster vaak de weg ook aan de vluchteling”.
Vandaag reizen wij mee met Hagar door de woestijn. Gelukkig ziet God daar naar haar om.

Bij de orgelmuziek
Aan het begin van de dienst klinkt een van Bachs bewerkingen over het adventslied ‘Nun komm,
der Heiden Heiland’ (Kom tot ons, de wereld wacht – LB 433). In deze prachtige bewerking
bouwt Bach de melodie dusdanig uit, dat deze bijna niet meer herkenbaar is. Zo ontstaat er een
rijk versierde, meditatieve bewerking over dit lied.
Tijdens de collecte klinkt een bewerking over het slotlied ‘Wachet auf, ruft uns die Stimme’ (‘Op
waak op!’ zo klinkt het luide – LB 749), van de Oostenrijkse componist Johann Nepomuk David.
David wekt in deze bewerking de sfeer op van een ingetogen nachttafereel, verwijzend naar de
slaperige meisjes in de nacht, wachtend op de komst van de bruidegom.
Tot besluit van de dienst klinkt het eerste deel uit de 3e Orgelsonate van Mendelssohn, waarvan
het openingsgedeelte vermoedelijk geschreven is voor het huwelijk van zijn zus, Fanny