Als geen ander weet Bach de jubelende vreugde van de kersttijd in muziek te vangen. Zijn cantate voor eerste Kerstdag begint dan ook met het grootse openingskoor ‘Jauchzet, frohlocket!’, begeleid door paukenslagen en trompetgeschal. Na de vertelling van het kerstverhaal volgt een intieme aria van de alt, die zich verheugt op de komst van haar goddelijke bruidegom. De bas heet de hemelse koning welkom in een majesteitelijke aria, ook al wacht het kindje na de hemelse pracht slechts een bescheiden kribbe hier op aarde. Het Bachkoor en het Bachorkest halen alles uit de kast voor een feestelijke uitvoering.

Kerstmis is niet alleen een loze kreet van ‘vrede op aarde’; op veel plaatsen heerst onrecht. Het goddelijke kind dat Maria verwacht zal het recht laten zegevieren en daarover gaat het Magnificat: ‘heersers laat hij in het stof bijten terwijl hij nederigen verheft, hongerigen voedt hij terwijl rijken worden weggestuurd.’ Maria’s lofzang wordt afgewisseld met engelenzang op teksten als ‘Glorie in den hoge bij God en op aarde vrede bij de mensen.’ Deze kerstboodschap wordt uitbundig vertolkt door het Kamerkoor en het Bachorkest.

Bezoek de website van de Bachensembles voor kaarten