21e na Pinksteren

Voorganger: ds. Marja Flipse

Organist: Geerten van de Wetering

BWV 49 ‘Ich geh und suche mit Verlangen’

Leden van het Residentie Bachkoor
Residentie Bachorkest

Solisten
Sopraan – Maartje Rammeloo
Bas – Marc Pantus

Dirigent – Jos Vermunt

Toelichting bij “Ich geh und suche mit Verlangen” ( BWV 49)

Bach componeerde deze cantate voor de 20e zondag na Trinitatis in 1726. De ondertitel ‘Dialogus’ dankt deze cantate aan de dialoog tussen de bas en de sopraan, die staan voor de stem van Christus (de bruidegom) en de bruid (de ziel van de gelovige, de kerk). Samen genieten zij het bruiloftsmaal. Het openingsdeel is een groots opgezette sinfonie, die Bach eerder componeerde als finale deel van het klavecimbelconcert BWV 1053.

De eerste twee delen van dit concert had Bach 2 weken eerder gebruikt in cantate BWV 169. De concerterende functie van het orgel maakt van deze muziek haast concertmuziek in plaats van de zogenaamde ‘Predigtmusik’. Misschien wilde Bach de afwezigheid van het koor compenseren. Of wilde een overdadige indruk geven van het bruiloftsmaal. Opvallend is dat in de Lutherse kerk van Bach zoveel ruimte was voor de muziek om God te eren. De virtuoze solo rol van het orgel zien we ook in de volgende delen.

In de volgende basaria horen we het zoeken van de bruidegom muzikaal terug in melodieën afwisselend omhoog, dan weer omlaag. Ook de rust van de zanger na de tekst ‘wo bist du’ drukt dit zoeken uit.

Het volgende dialoog recitatief is uiterst dramatisch van karakter: na een rustig begin met begeleidingsakkoorden in de strijkers volgt op het woord ‘erfreut’ heuse dansmuziek en op de tekst ‘komm, Schönste, komm’ zingen beide zangers een liefdesduet.

In de volgende sopraanaria met hobo d’amore (!), cello piccolo en continuo passen de 4 partijen als een puzzel in elkaar. Christus’ heil en gerechtigheid wordt in het middeldeel vergeleken met de bruiloftskledij.

Zoals in het duet recitatief het geloof in Christus vergeleken wordt met het aanzitten aan het bruiloftsmaal. Het afsluitende duet is een van Bach’s cantatejuweeltjes. Door de afwezigheid van het koor wordt een koraalmelodie in de muziek ingeweven. Als balans met het overweldigende begindeel is ook het slotdeel zeer uitbundig virtuoos. Weer met een belangrijke rol voor het orgel. Het koraal, de 7e strofe van het lied ‘wie schön leuchtet der Morgenstern’, klinkt in lange notenwaarden in de sopraan. Verdekt in de baspartij en de orgelpartij zitten talloze verwijzingen naar dit koraal. \het koraal als stem van de bruid, of anders gezegd: als stem van de gemeente.

 

Via het YouTube-kanaal (beeld en geluid) van de Kloosterkerk of via kerkomroep.nl (alleen audio) kunt u de dienst rechtstreeks of achteraf digitaal volgen.

Gedurende de kerkdienst zijn er in de nevenruimtes: Crèche (0 t/m 3 jaar), Jongste Groep (groep 1 t/m 4 basisschool), Oudste Groep (groep 5 t/8 basisschool) en Jeugdkapel (12 tot 15 jaar, 1e zondag van de maand).