Al enige jaren kent de Kloosterkerk de vergevingsdienst (dit jaar op 6 november). Overal zijn er mensen boos op elkaar. De ervaring leert dat het heilzaam is die woede op een gegeven moment los te laten via een proces van vergeving. Het ritueel van de vergevingsdienst is bedoeld om hierbij te helpen. Maar wat is vergeven eigenlijk? Op verzoek van de redactie boog Han van den Broek zich over dit thema. Vijf ‘meedenkers’ reflecteerden hier vervolgens op. 

Het avontuur van vergeving

Wat weten wij van vergeving? Toen ik mezelf die vraag stelde, kwam ik tot een ontluisterend antwoord. Niet zo veel, althans niet uit eigen ervaring. Ik zeg ‘sorry’, als ik in een drukke straat per ongeluk tegen iemand aan loop. Er volgt dan zoiets als ‘Geeft niet’ of ‘Het is OK’. Gewoon een beleefdheidsritueel, meer niet. Ik maak ook wel mee dat ik op een wandelpad een groepje fietsende jongeren tegen kom. Van verre roepen zij al ‘sorry’. Dat is nieuwe taal voor ‘Uit de weg!’. Ik spring dan inderdaad maar weg en voel me nauwelijks geneigd tot vergeving. 

Dan horen we ook nog over vergeving in de media, bijvoorbeeld als er in de politiek publiekelijk excuses worden geëist. Dergelijke excuses zijn eerder afgedwongen dan vrijwillig, denk ik dan, en ik heb zo mijn twijfels over de vergevingsgezindheid van de eisers. 

Vergeven in de Bijbel

Over dit soort trivialiteiten gaat het natuurlijk niet, als we lezen over vergeving in de Bijbel, speciaal in het gebed dat Jezus ons heeft geleerd. Vergeving verwijst daarin naar min of meer pijnlijk of onherstelbaar leed, aangedaan door een schuldige ‘dader’. En o ja, de christelijke traditie heeft daar vaak een norm aan gekoppeld: het ‘slachtoffer’ heeft de heilige plicht de ‘misdaad’ te vergeven… Los van de vraag of dit wel altijd mogelijk is, is zo’n norm mij net iets te heroïsch: een grootmoedig slachtoffer dat vanuit een positie van morele superioriteit een berouwvolle zondaar vergeeft. Komt dit soort vergeving niet alleen de Eeuwige toe? 

Het verhaal van de ‘Railway Man’

Ik realiseer me dat ik bevoorrecht ben in de zin dat ik tot heden vrijwel alleen maar met behoorlijk te vertrouwen mensen te maken heb gehad. Van vergeving weet ik nauwelijks iets uit eigen ervaring. Daarom las ik ter voorbereiding van dit artikel een boek, aangeraden door dominee Marja Flipse: ‘Healing Agony’ van Stephen Cherry. Het vertelt een aantal ‘vergevingsverhalen’, verhalen over mensen die ooit in de positie van slachtoffer zijn gekomen, en over hun strijd daar weer uit te komen. 

Één van die verhalen gaat over Eric Lomax, die er ook zelf het boek ‘The Railway Man’ (1996) over heeft geschreven. Hij vertelt over martelingen in ‘Jappenkampen’, waarvan hij de gevolgen zijn leven lang meedroeg. Fysiek hield hij er ‘slechts’ littekens aan over, maar de psychische gevolgen bleken uiterst hardnekkig. Hij raakte verbitterd. Pas na veertig(!) jaar trof hij hulpverleners die hem met veel geduld en begrip los wisten te weken uit de wrok waaronder hijzelf en zijn omgeving leed. Ook toen dacht hij nog lang niet aan vergeven: vergeving van het onvergeeflijke was ondenkbaar… Nog eens gingen twee jaar voorbij, voordat Lomax toevallig een artikel van een zekere Nagase Takashi las. Hij herkende op de foto de man die meer dan veertig jaar geleden tolk was in het jappenkamp en tijdens ‘water-boarding’ zijn pols had vast gehouden om te voorkomen dat hij het leven liet. Takashi beschreef zijn eigen herinneringen aan die martelingen, alsmede de vreselijke nachtmerries die sindsdien zijn nachtrust verstoorden. Lomax nam er met een grimmig genoegen kennis van. Aan de andere kant van de wereld bestond een dader, die met ongeveer dezelfde gruwelijke herinneringen rondliep als hijzelf!

Daar zou het verhaal zijn geëindigd en het zou nooit een ‘vergevingsverhaal’ zijn geworden, ware het niet dat Lomax’s vrouw Takashi had geschreven… Om een lang verhaal kort te maken, weer enkele jaren later ontmoetten beide mannen elkaar bij de beroemde brug over de ‘River Kwae’. De sleutel tot vergeving bleek in dit geval het feit dat uitgerekend een dader als enige mens ter wereld iets vergelijkbaars had gevoeld als het slachtoffer. Toen pas kon het slachtoffer navoelen wat de dader had doorstaan… 

‘Erge’ en ‘minder erge’ vergevingsverhalen?

Dit is een heftig vergevingsverhaal; woorden als ‘slachtoffer’, ‘dader’ en ‘misdaad’ zijn hier volkomen gepast. U denkt misschien dat dit nu wel het andere uiterste is na die triviale voorbeelden in het begin. Nu heeft het volgens mij weinig zin om te denken in termen van ‘erg’ en ‘minder erg’. Niemand weet wat een ander lijdt. Wat voor een buitenstaander ‘klein bier’ lijkt, kan voor betrokkenen een pijnlijke ‘misdaad’ betekenen, en andersom. Een argeloos uitgesproken woord kan niet meer worden ingeslikt en leidt soms tot levenslange vetes. En neem twee mensen die in echtscheiding liggen. Hun eventuele vergevingsverhaal is zeker zo complex als dat van Lomax, omdat er twee daders en twee slachtoffers zijn met ieder hun eigen perceptie van de ‘misdaad’. Bovendien moeten deze twee mensen – minstens nog even – door met elkaar… Wie kan oordelen of hun leed meer of minder pijnlijk is dan dat van Lomax? Menige echtscheiding eindigt uitzichtloos in een vechtscheiding…

Wat is vergeven?

Laten wij vragen over ernst van leed en schuld dus maar aan de betrokkenen en keren we terug naar het verhaal van Lomax en andere ‘geslaagde’ vergevingsverhalen. Wat kunnen we ervan leren over het principe van vergeven?

Om te beginnen is vergeving alleen aan de orde tussen mensen (en voor gelovigen: ook tussen God en mensen). Dood door natuurgeweld heet voor de mensen pech, een koelbloedige moord is een misdaad. Ook de relatie tussen dader en slachtoffer doet ertoe. Vernederd worden door een vriend of vriendin weegt zwaarder dan door een vreemde. Het interessante bij Lomax is overigens dat de dader oorspronkelijk anoniem was en pas later een naam kreeg bij het slachtoffer.

Verder gaat het om min of meer onherstelbaar leed. Een te snel uitgesproken woord kan niet meer worden ingeslikt; ontrouw legt een hypotheek op iedere mogelijkheid van toekomstig vertrouwen; een verminking kan niet meer ongedaan worden gemaakt, enzovoort. Natuurlijk zal een berouwvolle zondaar alles doen om de gevolgen van zijn zonde teniet te doen, maar vergeven is niet zonder meer een transactie tussen slachtoffer en dader waarbij de eerste vergeving biedt en de laatste schade vergoedt en voor zijn zonden boet.

Wat verder opvalt is dat Lomax totaal geen regie had over zijn verhaal. Eerst had hij helemaal geen behoefte aan vergeven. Ja, na veertig jaar wilde hij wel eens van de wrok af, die hij best lang had gekoesterd (immers, wrok biedt toch een schraal soort troost!). De nadelen werden hem op den duur te gortig. Dat het uiteindelijk een vergevingsverhaal werd, was vooral te danken aan het toevallige ingrijpen van dader, echtgenote en hulpverleners. Van Lomax kan eigenlijk slechts worden gezegd dat hij een vergevingsgezind hart bleek te bezitten. 

Het avontuur van vergeven

Men maakt dus niet eventjes een plan om te vergeven, zoals men bijvoorbeeld een reis plant. Cherry karakteriseert vergeving als een onzeker avontuur zonder garanties voor een goede afloop. ‘Avontuur’ klinkt tamelijk positief – het doet denken aan vakantie -, maar Cherry bedoelt ermee dat vergeven een pijnlijke en zelfs gevaarlijke kwestie is van wagen en winnen (of verliezen) en dat er geen standaardmethode bestaat om tot vergeving te komen. Geloof dus vooral al die zelfhulpboeken niet! Cherry schetst in een metafoor van een avontuurlijke zwerftocht wat een slachtoffer zoal kan tegenkomen.  

Wat ieder slachtoffer zeker tegenkomt is de ‘wildernis’. Hij (of zij) is daar volkomen onverwacht in terecht gekomen. Bovendien blijkt de terugweg naar het oude vertrouwde land voorgoed versperd. Zekerheden van vroeger zijn vernietigd, inclusief het vertrouwen in zichzelf. Hij meent zich aangewezen op twee overlevingsmechanismen: op wraak zinnen of wrok koesteren.  

Gelukkig ontmoet het slachtoffer doorgaans helpers in deze wildernis van ontreddering: geliefden en vertrouwden. Zonder hen zou hij de rest van zijn leven er slijten. Met hun hulp kan hij een ‘rivier’ bereiken en aan de overkant het ‘nieuwe land’ zien, waar te leven valt –  in ieder geval beter dan in de wildernis. Daar zal hij zijn medemensen weer open tegemoet kunnen treden.

Vergeven begint met inleven

Cherry weidt lang uit over het oversteken van die rivier van ‘empathie-tegen-wil-en-dank’ (mijn woorden). Het slachtoffer moet zich erin onderdompelen, wil hij de overkant bereiken. Dat is gevaarlijk, want waar gaat het om? Door de ‘misdaad’ is het slachtoffer de dader gaan zien als onmens. Zelfbescherming! Mensen kunnen slechts door mensen worden vernederd; dus door de dader als onmens te beschouwen voelt de vernedering minder zwaar, meer als pech als het ware. Om de stap naar vergeving te wagen moet het slachtoffer eerst de dader weer als mens willen zien en niet als een ‘alien’, waarmee hij niets te maken heeft. Hij moet zich inleven, navoelen wat de dader heeft bewogen, niet om de daad te vergoelijken, maar om die te verklaren. Maar onvermijdelijk zal het slachtoffer dan iets van zichzelf herkennen in de dader, want niets menselijks is hun beiden vreemd. In de ontmoeting met degene die hem diep heeft gekwetst, komt hij zichzelf tegen, duistere kanten van zichzelf. Een pijnlijke confrontatie! Iedereen schijnt zich bij anderen het meeste te ergeren aan ondeugden die hij van zichzelf kent. De titel van het boek ‘Healing Agony’ verwijst vooral naar de pijn van die ontdekking, denk ik. En juist die pijn geneest en stelt in staat tot vergeving.

‘Vergeef ons onze schulden, zoals wij onze schuldenaars vergeven.’ Hoe gemakkelijk spreken wij deze woorden uit… 

Han van den Broek
Lid van de Kloosterkerk 

 Reageren of verder praten? Mail naar redactie@kloosterkerk.nl 

 Literatuur
Cherry, S., Healing Agony; Re-Imagining Forgiveness (2012)  

Het commentaar van de ´meedenkers´: 

Rienk Lanooy
Voor vergeving is essentieel dat het slachtoffer beseft en blijft beseffen dat de pijn die hem is aangedaan, de schuld van de ander is. Zonder schuld geen vergeving! We moeten het proces van vergeving niet verwarren met het ‘Stockholm syndroom’. Dit syndroom is voor het eerst beschreven voor gijzelingen en het houdt in dat iemand zich tijdens de gijzeling langzamerhand zo in de gijzelnemer gaat verplaatsen, dat hij bereid is de misdaad te vergoelijken. Deze vorm van empathie leidt dus niet tot vergeving in de ware zin des woords, want de schuld van de dader raakt uit beeld. Bij echte vergeving blijft voorop staan dat de dader schuldig is.

Marijke Osinga
Dat klinkt logisch, maar hoe zit het als de dader anoniem blijft of zelfs niet is aan te wijzen? Denk aan de ‘misdaad’ van onbewuste discriminatie. Voldoe je niet aan de ‘norm van de volmaakte witte mens’, bijvoorbeeld als mens met een handicap, als mens met een zwarte kleur, als mens met een andere geaardheid dan de hetero etc., dan kun je worden uitgesloten en gekwetst; en de daders weten niet wat ze doen! Wie is er dan schuldig? Het ‘systeem’? Waarheen moeten gediscrimineerde mensen met hun woede? 

Emilie Schreuder
Woede is een buitengewoon belangrijke vitale energie; het is een afweerreactie op indringing, onrecht, gebrek aan respect. Woede is dus niet per se slecht. Het is wel een moeilijke en gevaarlijke emotie en vraagt om zelfreflectie: wat wil onze woede ons zeggen? We moeten de oorzaken geduldig en met wijsheid onderzoeken. We moeten de woede productief maken! 

Marja Flipse
Het is opvallend dat er geen liturgische rituelen zijn die slachtoffers van een misdaad helpen hun pijn te verwerken en een proces van vergeving te beginnen of af te ronden. Dat in schril contrast met de daders: voor hen is er de schuldbelijdenis waardoor ze met God in het reine kunnen komen. 

Jan-Bas Prins
Naarmate het aangedane ernstiger is, wordt het moeilijker om te vergeven. En ook: naarmate je de dader meer vertrouwde, wordt het moeilijker om te vergeven. Ik heb wel een en ander meegemaakt, maar denk dat ik tot heden altijd er wel in geslaagd ben te vergeven. Althans, ik kon verder met mijn leven, maar de daders heb ik sindsdien wel gemeden!

Rienk Lanooy reageert
Vergeving impliceert inderdaad geen verzoening. Vergeven stelt je in staat op een goede manier door te gaan met leven, zonder wrok. Verzoening is pas nodig, als de dader ook een plaats moet krijgen in dit nieuwe leven. Dat komt toch nog wel eens voor, binnen families of in gebroken huwelijksrelaties bijvoorbeeld. Verzoening is dan ook het herstel of de vernieuwing van de relatie, terwijl vergeving het wegnemen van de schuld is.

Lees de gehele tweede uitgave van De Klooster https://www.kloosterkerk.nl/de-klooster-rituelen/ 

Lees hieronder de reactie van Gilles Mol:

Vergeven, een noodzaak…

Vergeven maakt vrij. Daarvan werd ik mij het meest bewust bij het verhaal van twee mensen. Er zaten in een tv-programma 5 vrouwen op een podium die allen een kind door een of ander misdrijf hadden verloren. Vier van hen vertelden hoeveel leed hen was berokkend, hoeveel pijn het had gedaan en dat zij dit hun leven-lang met zich mee zouden dragen, sommigen: moesten dragen in een eeuwige verbondenheid met hun kind. Zij zouden de dader nooit kunnen vergeven. Eén vrouw vertelde dat zij na de eerste en ergste schrik had beseft dat de jongen die door onvoorzichtig rijden haar kind had doodgereden, het niet op háár kind had gemunt. Hij had het niet met opzet gedaan. Zo ernaar kijkend, zo zei ze, was ook hij slachtoffer, van zijn eigen roekeloosheid. Zij is naar hem toegegaan en zij hebben lang met elkaar gesproken en hebben nog lange tijd contact met elkaar gehad.

In een film van de Boeddhistische omroepstichting werd een Nepalese man geïnterviewd die jarenlang door de Chinezen was vastgezet en gemarteld. Enkele maanden na zijn vrijlating zag hij in een café twee van zijn bewakers zitten. Zijn eerste opwelling was, zo vertelde hij, om hen met een mes te vermoorden. Toen dacht hij: hoe zou de Boeddha willen dat ik zou reageren. Hij is naar hen toegegaan en begon een gesprek. In dat gesprek vertelde hij wat hem al die jaren was overkomen en wat dat voor hem had betekend. Hij zei dat zij naar hem luisterden en dat na enige tijd de tranen over hun wangen liepen.

In beide verhalen is het vergeven van de dader(s) een keuze. Zij kozen ervoor om dit pad te gaan. Het is het pad van de bevrijding. Van het leven weer te kunnen leven en niet vastgehouden te worden door gevoelens van wrok en woede. Het vraagt moed om uit de rol van slachtoffer te stappen, de rol die ook veiligheid biedt, al is het een schijn-veiligheid.

Voor de Nepalese man was de Boeddha bepalend voor zijn houding. Ook in de Bijbel staan genoeg voorbeelden van vergevingsgezinde daden. Volgens mij is Jezus hier ons lichtend voorbeeld.

Deze leermeesters volgend kan men de kracht vinden om zichzelf te bevrijden van de mensen-leven-lange boosheid en haatgevoelens waar je langzaam maar zeker door wordt verteerd en opgegeten.

Gillis Mol

Noot van de redactie: dit artikel is voor het eerst verschenen op 10 november 2021