Samen eten Kloosterkerk

Elke twee weken is er in de crypt van de Kloosterkerk een gezamenlijke maaltijd. Een min of meer vaste groep van rond de dertig personen schuift aan, er wordt samen gegeten en gepraat. De Open Tafel is een sterk merk in de stad. En toch: weinig gemeenteleden zijn zich bewust van de verhalen die raken.

Tekst: Mendeltje van Keulen

De Open Tafel is al decennialang een succesvolle activiteit binnen de Kloosterkerk – door de regelmaat, de min of meer vaste groep gasten en de sfeer. Het onderscheid tussen ‘geslaagd’ en ‘geraakt’ door het leven te gaan, is soms maar flinterdun. Hier, elke twee weken in de crypt, biedt onze Kloosterkerk een plek voor mensen die weleens buiten de boot vallen. Mede-Hagenaars en Hagenezen die we boven in de kerk soms niet écht lijken te zien.


Het concept van het samen eten in de Kloosterkerk is een halve eeuw geleden opgestart als de eet- en bidgroep: de ‘cellule’. Nu wordt de gezamenlijke maaltijd in de crypt al decennialang de Open Tafel genoemd. Peter Piket was er vanaf het begin bij betrokken, hij was de kok en organisator van uitjes en vakanties. Maria Entrop is er 20 jaar geleden ingestapt. Ze begon als afwasser, snijder en na het wegvallen van vrijwilligers vormde ze met Peter die ziek werd, samen de organisatie. Na een oproep meldde Leenderd de Graaf zich als kok. Ook professional Jan Verheijen heeft onderwijl de kookgroep versterkt.

Ook Bert is van het eerste uur – 30 jaar inmiddels, betrokken bij de Open Tafel. Hij doet de financiën van de Open Tafel. Zelf kerkt hij bij de Haagse Dominicus, waar hij één van de vaste voorgangers is in de ecclesia-viering. Op de vraag wat hem hier al zo lang brengt: “ik vind het belangrijk dat mensen gezamenlijk kunnen eten; als zij alleen wonen telt dat des te meer. De open tafel is een plek waar iedereen kan aanschuiven”.

Het is een hele organisatie: naast de koks zijn er snijders, tafelzetters en tafeldekkers. Zij allen zijn om de woensdag om 16.00 uur in de Kloosterkerk aanwezig. Verder telt de Open tafel een kassier, een kascontrolecommissie en een afwasploeg. Last but not least: die vrijwilliger die als alles weer in de kasten staat, de keukenvloer schoon dweilt. Eenmaal per jaar is er voor alle vrijwilligers een etentje, gemakkelijk zijn er dan 20 mensen.

De Kloosterkerk vraagt aan de gasten bij binnenkomst 3 euro. Gerekend wordt op een man of 30. Vanaf maandag doen de koks inkopen; op de markt of in de supermarkt. Daarbij letten ze op kortingen en aanbiedingen. Het wordt altijd een vegetarische maaltijd; dit keer gazpacho en koude salades – meestal is er een warme maaltijd en een toetje, en altijd koffie na. Sommige gasten scheppen hoog op – soms is het de enige goede maaltijd in een paar dagen. Niet voor Peter. Hij komt altijd naar de Open tafel, hij fietst uit Warmond. Soms kookt hij zelf, soms gaat hij naar een gezamenlijke maaltijd in de stad. Er zijn er zoveel, sommige gasten gaan van de ene tafel naar de andere. Die van het straatpastoraat op vrijdag is gratis.

Maria opent met een kort welkom. We staan vanavond eerst samen stil bij het overlijden van een vaste gaste. Margreet was blind. Jarenlang werd ze gebracht en gehaald door Marie-Louise Polak. Later haalde Jan, de kok, haar op met de auto en bracht haar na afloop thuis. Haar tweelingzus Dorothee is er ook met haar partner, want de Open Tafel was belangrijk voor Margreet. Ze kende alle namen, sommige gasten waren op haar begrafenis. Er staat een bos rozen en een foto en we gedenken haar in eerbied. Margreet gaat hier gemist worden.

We zingen voor Bert, die jarig is en voor een paar flessen wijn heeft gezorgd. Maria mist vanavond een aantal vaste gasten. Na Corona is het sowieso minder geworden met de regelmaat voor veel gasten. Ze belt wel na, maar niet iedereen wil zijn nummer delen.


Het verhaal van een aantal gasten.

Josette, lange jurk en kettingen, gaat wel eens op woensdag naar de lunchconcerten in de kerk. Ze zoekt een campertje om met haar zoon, een twintiger met beperkingen, te ontsnappen. Dit keer is hij er niet bij, ze zorgt thuis voor hem en dat kost haar veel energie. Ze willen naar het zuiden. ‘Ik heb zigeunerbloed’ vertelt ze. Ze droomt van Marokko of Italië.

Ciska is een vaste gast. Ze praat moeilijk door een ziekte en ze heeft ook moeite met eten. Ze komt altijd. Tijdens de corona-sluiting is ze na een val opgenomen geweest in een verzorgingshuis. Daar heeft ze zich heel eenzaam gevoeld – ze is blij dat ze weer langs kan komen.

Robert heeft net een huis gekocht in Voorburg en moet daar heen; hij antwoordt dus ontkennend op de vraag van Maria ‘wie helpt afwassen?’ Hij eet snel en heeft veel grote verhalen.
Tom glimlacht juist stil en rolt bij het fruit al bedachtzaam een sjekkie, voor straks buiten. Hij gaat naar de Anglicaanse kerk, die diensten spreken hem aan.

Tafelaar Hans is lid van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste dagen. Of ik het boek van Mormon ken? Daar leest hij elke dag in. De kerk is goed voor hem, het is een hechte gemeenschap. Hij droogt altijd af na de maaltijd.

Janneke beaamt dat hier iedereen zichzelf kan zijn. “Het is laagdrempelig, pretentieloos. Iedereen zit lekker te eten. Voor mij is het een pauze in de tijd”

Edith komt al 10 jaar en vertelt opgewekt over van alles en nog wat. Ze geniet zichtbaar van de gezelligheid.

Hans, een bekend gezicht in de zondagse dienst, is tegen zijn gewoonte in vandaag rustig en neemt stilletjes waar. Hij voelt zich niet lekker en gaat voor de koffie al naar huis. Hans en Frans kennen elkaar ook al lang van de Open Tafel. Echt jammer, die lange zomerstop!

Na de maaltijd is er de groet: ga met God of ga met het goede! Sommige gasten praten na, anderen zeulen hun boodschappentas weer de trap op de crypt uit. Op weg naar de stad, terug naar hun verhaal.

De Open Tafel staat open voor álle Kloosterkerkleden. Kom eens langs, je bent zó welkom. Op woensdag 14 september is er weer een Open tafel.