
Als kind luisterde ik soms op zomeravonden bij het open raam naar de geluiden van de stad. Ik weet niet hoe het precies werkte, maar op de een of andere manier gaf de constante zoem van het stadsverkeer mij een gevoel van geborgenheid en geluk. Alles was zoals het zou moeten zijn. Dat was natuurlijk niet zo, ook in mijn jeugd deugde er van alles niet in en aan de stad, maar een basisgevoel van vertrouwen en veiligheid heeft mij in de stedelijke omgeving nooit verlaten. Niet voor niets keerden mijn vrouw en ik tien jaar geleden terug naar de stad van onze jeugd: Den Haag. Een beslissing waar we nog geen seconde spijt van hebben gehad.
Tekst: Hijme Stoffels
Tegelijkertijd besef ik dat Den Haag niet voor iedereen een goede en gelukkige stad is. Wie rijk is, hoogopgeleid, christelijk, getrouwd, 65-plus zonder thuiswonende kinderen en zonder migratieachtergrond, behoort tot de gelukkigste stadsbewoners. Wie laag op geleid is, arbeidsongeschikt, gescheiden met thuiswonende kinderen en met een migratieachtergrond, scoort aanzienlijk lager op de geluksindex, aldus het CBS (gegevens van voor de coronacrisis). Van de vier grote steden in ons land (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) is de bevolking van Den Haag het minst gelukkig en dat hangt vooral samen met een relatief groot aandeel van laag opgeleide mensen met een migratieachtergrond.
Maar wat is eigenlijk een gelukkige stad? Voor de Franse filosoof Jacques Ellul is dat een tegenspraak in zichzelf. In De grote stad (zie ook het artikel van Rienk Lanooy) schetst hij op basis van Bijbelse gegevens een uitermate somber beeld van de stad. De stad is een organisatievorm waarin de mens gaandeweg zijn vrijheid kwijtraakt aan machten van geld, techniek en geweld. De stad is voor hem het symbool bij uitstek van de menselijke rebellietegen God. Desondanks pleit hij er niet voor om dan maar allemaal op het platteland te gaan wonen. In de stad wonen tenslotte ook mensen die dragers zijn van het woord van God.
En wereldwijd gaat de trek naar de steden nog altijd door. Volgens recente schattingen woont inmiddels meer dan de helft van de wereldbevolking in stedelijke gebieden. We moeten het er mee doen en -voor zo ver dat mogelijk is- blijven streven naar gezonde, veilige en gelukkige steden. De Canadese journalisten stedenbouwkundige Charles Montgomery laat in Happy City (2013) zien dat de opvattingen daarover in de loop der tijd voortdurend veranderen. Voor de oude Grieken was dat een stad die gebouwd was rondom de agora, de marktplaats waar een vrije uitwisseling van goederen, diensten en ideeën kon plaatsvinden. De keizers van Rome vertaalden hun persoonlijke roem en glorie in imposante gebouwen en monumenten. Ondertussen woonde een groot deel van de Romeinse bevolking in smerige en lawaaiige sloppen en stegen. Middeleeuwse stedenwaren gecentreerd rond de kathedraal, die met zijn immense hoogte verwees naar het hiernamaals. Alleen daar was het geluk te vinden, niet hier op aarde. Tegelijkertijd was de middeleeuwse kerk ook een plek van empathie en barmhartigheid. De moderne stad met haar winkels, uitgaansgelegenheden en verkeersdoorbraken zoekt het vooral inkooplust, vermaak en(auto-)mobiliteit. Maar is dat het ultieme geluk?
In de gelukkige stad hebben mensen een hoge levensverwachting en ervaren zij welvaart, ruimte, vrijheid en goede voorzieningen. Voor Montgomery is een gelukkige stad vooral een stad waar de bewoners voldoende betekenisvolle relaties met anderen hebben, actiefdeelnemen aan de samenlevingen vertrouwen stellen in hun buren, de gemeenschap en de overheid. De vraag is natuurlijk of en hoe stedenbouwkundige projecten daaraan kunnen bijdragen. Hij geeft het inspirerende voorbeeld van Enrique Peñalosa, de energieke enc harismatische burgemeester van Bogota, Colombia, die in de afgelopen decennia de auto uit het straatbeeld verdreef ten gunste van de fiets en de bus. Hij voerde de jaarlijkse autoloze dag in en voor het eerst kwamen er die dag geen mensen om in het verkeer. Hij liet parken en voetgangersgebieden aanleggen. Publieke ruimtes waar mensen elkaar konden ontmoeten werden in ere hersteld. Naast veranderingen van boven af zoals in Bogota pleit Montgomery vooral ook voor veranderingen van onderaf. Actieve burgers moeten zelf het heft in handen nemen als de autoriteiten het laten afweten. En dat kan heel goed op het niveau van de eigen straat of wijk.
Bescheiden, maar zelfbewust
presenteerde de kerk zich in
het publieke domein
In hoeverre kan de kerk daarbij een rol spelen? Als slinkende minderheid in de stad heeft de kerk geen machtspositie meer. Maar toch. Al eeuwenlang dragen diaconale projecten bij aan het welzijn van de stad en haar bewoners. In Den Haag zet een organisatie als STEK (Stad en Kerk) zich in voor met name kwetsbare en bedreigde groepen mensen. Daarnaast laten kerkgangers zich in vieringen en vergaderingen inspireren om hun rol in de samenleving in te nemen. Via Open Kerkachtige activiteiten zoeken kerken een verbinding met de wijk of de stad. De Kloosterkerk ligt in het Museumkwartier en vlakbij het Binnenhof. Door die strategische ligging is zij bij uitstek een kerk die het geluk van de stad kan bevorderen door middel van een cultureel, bezinnend en verdiepend aanbod. Of door ‘domweg’ haar deuren open te zetten. Mooi voorbeeld daarvan was de Urban Trail van begin juli: zo’n 3.500 lopers renden op zondagmorgen dwars door de kerk. Ik zag veel vrolijke gezichten.
Deze zomer woonden mijn vrouw en ik een meditatief avondconcert bij op de Neumarkt in Dresden, het centrale plein van de stad. Het concert werd georganiseerd vanuit de wereldberoemde Frauenkirche, de kerk die na de geallieerde bombardementen op Dresden 45 jaar in puin had gelegen, maar met steun van vele duizenden donateurs steen voor steen weer in haar vroegere luister was hersteld. Terwijl de zon langzaam onderging, genoten wij samen met honderden andere toeristen en Dresdenaren van inspirerende teksten en prachtige muziek. Bescheiden, maar zelfbewust presenteerde de kerk zich in het publieke domein. Een sterk verhaal in de stad. Bron van geloof, baken van hoop, teken van liefde. Dat wens ik de Kloosterkerken de stad Den Haag voor het komend seizoen ook toe.
Met dank aan ds. Willem Roskam van de Utrechtse Domkerk en zijn Zomerschool 900 jaar Utrecht. Kerk in de stad.
Jacques Ellul, De grote stad. Een bijbels perspectief. Middelburg: Skandalon 2020.
Charles Montgomery, Happy City. Transforming our Lives through Urban Design. London: Penguin Random House 2013.