Voor een van de ramen in de flat vlak bij mijn huis hing begin dit jaar in grote gouden letters het woord: WAARHEEN. Ook zonder vraagteken is dat in je hoofd meteen een vraag. En ook zonder nadenken schiet mij meteen dat lied te binnen dat vaak wordt gedraaid bij begrafenissen en crematies: ‘Waarheen leidt de weg die we moeten gaan’. Gezongen door Mieke Telkamp. 

Ik zou zeggen: die weg leidt naar de dood. Dat is niet negatief bedoeld, eerder een constatering waar je niet omheen kunt. En die er daarom al sinds mensenheugenis toe leidt dat de mens op zoek is naar de zin van zijn bestaan. Want ja, anders is het leven zo kil en kaal. 

Ik weet nog hoe vrolijk ik werd van het in 1990 verschenen boek met essays van wetenschapsfilosoof Jaap van Heerden met de titel Wees blij dat het leven geen zin heeft. Niet meteen gaan steigeren van verontwaardiging nu, Van Heerden onderbouwt die provocerende titel: zonder zin of doel in het leven, ben je verlost van het idee dat alles wat je doet in het teken van die ene zingeving moet staan. Wat een vrijheid geeft dat. De vrijheid om open te staan voor wat er op je pad komt. 

Je levenspad zien als een pelgrimage, geeft mij daarom dan ook weer de kriebels. Van benauwdheid. Dat voelt toch weer alsof ik naar een bewust doel op weg moet gaan, niet zijnde de onafwendbare dood. Mogelijk komt dat vooral door de betekenis van het woord pelgrim voor mij: dat is iemand die op bedevaart gaat. Uit devootheid, zoals het met zo’n mooi, niet vaak meer gebruikt woord omschreven staat in mijn oude, gedrukte exemplaar van de Dikke Van Dale. 

Ik herinner me dat mijn oma in de jaren zeventig op bedevaart was geweest naar Lourdes. Zij sprak dat uit als Loerd. Ze was er niet te voet heen gegaan trouwens, maar met de bus; de idee dat pelgrims altijd zouden lopen, klopt niet. Je kunt naar Mekka in Saoedi-Arabië met het vliegtuig, naar het Spaanse Santiago de Compostella met de auto of de trein en naar het Brabantse Handel ook op de fiets. 

Toen ik mijn oma destijds vroeg hoe de reis was geweest, begon ze met een ondeugende twinkeling in haar ogen te klagen over het harde Franse stokbrood, dat zo’n pijn deed aan haar oude gebit en tandvlees. Toen ik jaren later zelf een keer in Lourdes was, dacht ik haar achteraf alsnog te begrijpen: wat een toeristische poppenkast is het daar, dan kun je maar beter wat zeggen over de korst van het stokbrood, dat verlost je ervan te moeten praten over waarom je daarheen ging en wat je ervan had verwacht. 

Onlangs las ik voor het eerst dat het wandelen van het Pieterpad, van de Sint Pietersberg in Maastricht naar Pieterburen aan de Waddenzee, ook een pelgrimage zou zijn. Van mij mag het, maar toen ik delen van dat pad liep, voelde ik me in geen velden of wegen een pelgrim. Het idee kwam niet eens in me op en het woord devootheid al helemaal niet. Waarom zou dat een pelgrimstocht zijn? Wat is het heilig doel dan? Bezinning? Waarom zou dat dan niet gelden voor de tochten die ik heb gelopen in de bergen? Of voor de Hadrian Wall in Groot-Brittannië? Of de vele, vele kilometers die ik hier in de stad wandelend heb afgelegd? 

En, vinden we vluchtelingen die huis en haard verlaten, om door woestijnen of ander onherbergzaam gebied een onzekere toekomst tegemoet te lopen, vinden we hen pelgrims? Zij hebben niet de nieuwste schoenen aan, geen sjieke rugzak bij zich, met een lichtgewicht slaapzak en idem matje en brandertje erin om te kunnen overnachten en thee op te kunnen zetten, zij hebben geen creditcard op zak om toch lekker even één keer tijdens hun reis dat hotel met warme douche en maaltijd te kunnen betalen, laat staan de zekerheid dat ze na hun barre tocht gewoon weer naar een veilig eigen huis terug kunnen keren. 

En de daklozen hier in onze eigen stad, met hun oude tassen waar hun hele hebben en houden in zit, lopend van opvanghuis naar soepbus, zwervend van warme bibliotheek naar een uit doek opgetrokken slaapplek onder de trambrug bij Madurodam of een bankje bij de Koekamp? Vinden we dat pelgrims? 

Ik zeg het bij dezen ook tegen mezelf: als we dan toch niet goed weten wat pelgrims zijn of wie een pelgrim is, laten wij vluchtelingen en daklozen dan als pelgrims zien. Pelgrim, dat hele oude woord, gebruikt in vele religies en culturen, een woord ook dat enig aanzien geeft. En laten we ons dan ook een andere zin uit het lied van Mieke Telkamp herinneren, en niet alleen dat ‘waarheen leidt de weg’. Maar dan wel met één woordje net even anders: ‘Waar ligt het land waar zij mogen zijn?’