Aanbiedingen, foto Vino Li

Het is halverwege september als ik op mijn ochtendwandeling loop na te denken over Allerzielen. Niet omdat dit voor mij een bijzondere dag is, zeg ik er voor de eerlijkheid bij, maar omdat ik heb beloofd daarover te schrijven. Ik weet inmiddels uit ervaring dat die belofte ook een cadeautje is aan mezelf, het dwingt me mijn gedachten te ordenen. Niet dat dit laatste in rechte lijn gaat. In mijn hoofd gaat het van de ene begrafenis naar de andere, maar dan wel kriskras door elkaar.

De eerste begrafenis was van een meisje uit mijn klas, acht jaar waren we toen. Zij zat op paardrijden. In een weekeinde in het najaar was haar paard gaan steigeren. Ze was uit het zadel gegleden, maar met haar ene been in de stijgbeugels blijven hangen. Het paard rende maar door, haar met haar hoofd over de grond meeslepend, over stenen en door kuilen. Met het doffe geluid van een omfloerste trom werd haar kist naar de Mariakerk gedragen, naast onze school. Terugkijkend denk ik: zou ik ook maar enig idee hebben gehad van het verdriet van haar ouders?

Niet lang daarna logeerde ik bij opa en oma. Aan de keukentafel gezeten, zij met koffie en koek, ik met een glaasje ranja, haalde oma een fotoboek tevoorschijn. Ze ging met haar  vingers langs de kleine zwartwit foto’s met gerafelde randjes en opa bleef maar zeggen: ‘En die is dood, en die is dood’.

Dertig jaar later was het mijn vader die me herinnerde aan dat moment in de keuken van zijn ouders. Ook hij had het er moeilijk mee dat steeds meer mensen in zijn omgeving kwamen te overlijden. De rij met bidprentjes in huis werd langer en langer. Net als bij opa proefde ik ook bij vader verdriet. Niet alleen om die geliefden die al waren overleden, maar ook omdat de bidprentjes onverbiddelijk duidelijk maakten dat zijn eigen leven vergleed.

Het waren niet alleen generatiegenoten van vader en moeder die stierven. In de familie hadden we inmiddels in één jaar tijd ook een schoonzoon en een kleinzoon van mijn ouders naar het kerkhof gedragen. Op de ochtend van de begrafenis van hun kleinkind zei vader aan het ontbijt: ‘Als de dominee ook maar durft te zeggen dat dit de wil van God is dan…’ Dat zou mijn katholiek opgevoede vader niet hebben kunnen verdragen. Ook niet van een pastoor trouwens.

Foto: Aukje van Roessel

Als ik daarover loop na te denken op mijn ochtendwandeling op die septemberdag, zie ik grote zonnebloemen staan. Ze doen me aan mijn neefje denken. Hij overleed in de maand september en deze grote gele bloemen met hun zwarte hart sierden zijn kist. Fleurig, zonnig, maar daarna voor mij ook altijd bloemen met een steek van verdriet. Dit jaar zou hij 39 zijn geworden. Hoe zou leven zijn gegaan? Wat zou hij hebben gestudeerd, wat voor werk zou hij zijn gaan doen?

Hoe anders is dat als iemand veel ouder is mogen worden. Ook dan is er verdriet. Ook dan mis je iemand. Ik denk nog regelmatig: even mijn moeder bellen. Maar mijn beide ouders hebben een lang leven mogen leiden. Uiteraard met mooie én minder gelukkige momenten. Maar ze hebben hun leven kunnen leven zonder dat het ineens en te vroeg werd afgebroken. Ze hebben iemand kunnen worden, met goede en minder goede eigenschappen en daden. Op hun sterfdagen is die steek van verdriet er niet zoals op de sterfdag van mijn neefje.

Daarover nadenkend loop ik terug naar huis. Bij een winkeletalage blijf ik enigszins verbaasd staan. Ik zie een in rood nepbloed gedrenkt half been liggen en een pop met een geknakt hoofd voor het raam hangen. Ik ben zo verbaasd, dat ik er niet op kan komen hoe dat feest ook alweer heet. Wel weet ik dat het niet Allerzielen is en ook dat deze ‘versieringen’ wel wat vroeg in het jaar daar zijn neergelegd en opgehangen. Als ik van de verbazing ben bekomen, schiet het me weer te binnen: dit hoort bij Halloween. Een relatief recent geïmporteerd feest, dat oorspronkelijk vooral in Ierland, Engeland en Amerika werd gevierd. De naam komt van All Hallows Eve, de avond voor Allerheiligen, wat dan weer een van oorsprong katholieke feestdag is die wordt gevierd op de dag voor Allerzielen.

Dat vind ik allemaal op een Wikipedia-pagina als ik terug thuis achter mijn computer zit. En omdat ik dan toch aan het ronddolen ben op het wereldwijde web, tik ik ook Allerzielen in. Ik had al dat bloedende been en dat geknakte hoofd in de etalage gezien die klanten naar de winkel moeten lokken, maar was toch niet voorbereid op wat ik toen bovenaan het lijstje op de zoekpagina vond. Een advertentie van een webwinkel, waarvan ik hier de naam uiteraard niet ga noemen: ‘Profiteer van aanbiedingen van allerzielen van Mobiele telefoons…’

Je kunt elke dag van het jaar aan de overledenen denken, niet alleen op Allerzielen

En dan moet ik weer aan mijn ouders denken. Mijn vader zou zich geërgerd hebben aan de vercommercialisering van een christelijke gedenkdag, ook al werd daar bij ons thuis vroeger niet zo veel aandacht aan besteed. En mijn moeder zou waarschijnlijk hebben gezegd, net als ze ooit over de steeds commerciëlere Moederdag zei: ‘Je kunt elke dag van het jaar aan de overledenen denken, niet alleen op Allerzielen’.

Aukje van Roessel